Complementaire ruiterstijlen
Zo’n 5 tot 10% van de ruiters heeft complementaire ruiterstijlen. Dit betekent dat hun twee hoogste voorkeursstijlen elkaars tegenpolen zijn. In deze blog leg ik uit hoe dat zit en wat de kenmerken zijn van deze ruiters.
DISC
Hieronder eerst nog even een kort overzicht van de 4 DISC stijlen:
D = Dominant: Extravert en Taakgericht
I = Interactief: Extravert en Mensgericht
S= Stabiel: Introvert en Mensgericht
C= Consciëntieus: Introvert en Taakgericht
Ruiters met een complementaire stijl hebben dus als hoogste stijlen de D en de S, of de C en de I. Deze combinaties hebben invloed op hun gedrag.
Flexibel
Ten eerste zie je vaak dat deze ruitertypen heel flexibel zijn, in de zin dat ze zich gemakkelijk aanpassen aan de andere stijlen. Niet zo verwonderlijk, want hun twee hoogste stijlen beslaan het hele spectrum: zowel introversie als extraversie, en zowel taak- als mensgericht. Dat schakelt dus gemakkelijk!
Tegenstrijdig
Een tweede kenmerk is dat de omgeving vaak niet goed weet wat ze aan deze persoon hebben: op eenzelfde situatie kan deze persoon, afhankelijk van het moment totaal verschillend reageren. Bijvoorbeeld er is vergeten om de stal van zijn paard op te strooien. Op het ene moment kan deze ruiter dan begripvol en rustig reageren (‘Ach, dat kan gebeuren, ik begrijp het’) en op het andere moment kan hij totaal uit zijn slof schieten en zijn stem verheffen (‘Ik betaal toch niet voor niets, of wel!!? Het zou jouw paard maar zijn!’).
Ook in het rijden kunnen deze complementaire stijlen ruiters in de weg zitten. Bijvoorbeeld door het geven van tegenstrijdige hulpen. Het paard weet dan niet goed wat er bedoeld wordt.
Moe van zichzelf
Een derde kenmerk dat veel mensen met complementaire stijlen herkennen, is dat ze soms moe worden van zichzelf. Omdat ze continu met zichzelf in dialoog zijn (het ‘me-me-conflict’). Bij ieder besluit wordt getwijfeld of er op het gevoel of op het verstand moet worden af gegaan. Of de drukte opgezocht wordt of dat deze persoon zich liever even rustig terugtrekt. Onder druk een beslissing nemen gaat heel lastig: grote kans dat er een freeze optreedt, omdat er dan een soort kortsluiting plaatsvindt.
Natuurlijke voorkeuren
Onze natuurlijke voorkeuren blijven gedurende ons leven min of meer gelijk. Wanneer je weet wat jouw voorkeursstijlen zijn, word je je veel bewuster van je gedrag. Wanneer je weet wat je sterkten en valkuilen in het rijden zijn, kun je jezelf trainen om minder snel in deze valkuilen te stappen en (nog) meer gebruik te maken van je sterke kanten.
Door de gevalideerde vragenlijsten van HorseProfile in te vullen, krijg je niet alleen duidelijk of jij tot de complementaire ruitertypen behoort, maar ook wat jouw hoogste stijl is, en hoe je scoort op de andere stijlen. Zitten er grote verschillen tussen jouw hoogste en laagste stijl, of ligt alles redelijk dicht bij elkaar? Deze nuances zeggen ook veel, en in de workshops leg ik dit graag verder aan je uit.
Trouwens, paarden kunnen ook complementaire stijlen hebben. Misschien herken je dat een overwegend rustig paard zo maar uit het niets kan gaan bokken of enorm schrikken. Dit kan een gevolg zijn van zijn paardtype. Ook dit zie je terug in je persoonlijke HorseProfile.
Voorbeeldgrafiek van een Ds ruitertype